6 01
2009

lobby in de zorg – de huisarts

Geplaatst door: krijvenaar in Lobby-praktijk

Publicatie: ‘Lobby van huisartsen is boterzacht’

Auteur: Fréderik Geerdink, Medisch Vandaag, april 2003

“EVS was voor LHV slikken of stikken”

In deze politiek roerige tijden wordt er weer heel wat afgelobbyd door allerlei belangengroepen in de zorg. Reden om drie beroepsgroepen aan de hand van een niet zo soepel verlopen lobby tegen het licht te houden. Wat ging er mis, wat moet er anders? Deel één: de huisartsen.

Het leek zo mooi: de huisartsen besparen bijna honderdveertig miljoen euro door het evs in te voeren, in ruil daarvoor investeren de verzekeraars bijna honderdtwintig miljoen in praktijkondersteuners. Helaas, het liep anders: de besparing werd niet gehaald en ZN bevriest de medewerking aan de praktijkondersteuners. De mislukking was te voorzien geweest, zeggen sommigen, en de LHV had de deal met VWS en ZN nooit moeten sluiten. LHV-voorzitter Vos: “De deal was op zich niet verkeerd, maar ik zou nu geen resultaatsverplichting meer aangaan zonder exact vast te leggen hoe dat wordt gecontroleerd.” Huisartsen, zo zegt ook Vos, zijn geen onderhandelaars.

Verschillende huisartsen zagen de bui al hangen toen de deal in 1999 werd gemaakt. Zo ook C. Sluijters, die een duo-praktijk heeft in Leusden en destijds in de voorbereidingscommissie zat die de invoering van de praktijkondersteuning zou begeleiden. “De koppeling tussen de bezuiniging die gehaald zou worden door het evs en de investering in praktijkondersteuners, was keihard”, zegt Sluijters. “Ik waarschuwde daarvoor, want het zou natuurlijk problemen opleveren als, om wat voor reden dan ook, de bezuiniging niet zou worden gehaald. Maar men dacht dat het zo’n vaart niet zou lopen.”

Zo’n vaart liep het dus wel: ZN zei onlangs haar financiële medewerking aan de praktijkondersteuning op. Volgens Michiel Krijvenaar, communicatie-consultant bij Boer & Croon en gespecialiseerd in de zorg, vindt dat de LHV zich in 1999 niet hard genoeg heeft opgesteld. “De praktijkondersteuning had nooit gekoppeld mogen worden aan het evs”, zegt hij. “De huisarts is een schaars goed en wordt steeds schaarser en daar hadden ze gebruik van moeten maken. De praktijkondersteuning is een goed middel om de werkdruk van huisartsen te verlagen en daarmee het tekort aan huisartsen mede aan te pakken. Dat gegeven is zo belangrijk, dat het genoeg had kunnen zijn om de investering in de praktijkondersteuning af te dwingen zónder tegenprestatie.”

Consequenties

De LHV zegt bij monde van voorzitter Vos niet in de kunnen schatten onder welke omstandigheden in 1999 de deal tussen LHV, ZN en VWS werd gesloten en wil daar dus achteraf niet over oordelen. Wel weet hij dat er, als het aan de LHV ligt, van contracten met een resultaatsverplichting in de toekomst geen sprake meer zal zijn. “Dat de besparingen met het evs niet gehaald zijn, kan ons niet worden aangerekend. De kosten van generieke geneesmiddelen, die dankzij het evs vaker worden voorgeschreven, liggen tegenwoordig op 96% van het specialité en daar kunnen wij niets aan doen, maar in de overeenkomst is niet met dergelijke omstandigheden rekening gehouden. Dat zou wel moeten, er moet een hele duidelijke afspraak zijn over hoe gecontroleerd wordt of een besparing wordt gehaald en zo nee, waarom niet, en welke consequenties dat zal hebben. Als dat niet exact wordt vastgelegd, kun je geen resultaatsverplichting verwachten, maar alleen een inspanningsverplichting.”

“Huisartsen doen hun best om meer generiek voor te schrijven, maar de apothekers lopen met het voordeel weg.” Huisarts Sluijters is het daarmee eens, maar ziet ook oorzaken die wel van te voren ingeschat hadden kunnen worden. “Het evs is niet altijd even actueel”, zegt hij, “en daardoor wordt lang niet altijd voorgeschreven volgens het advies van het evs. Daarbij mist een financiële prikkel voor de huisartsen. Zij doen hun best om meer generiek voor te schrijven, maar de apothekers lopen met het voordeel weg.”

Consultant Krijvenaar ziet nog een oorzaak, maar dan van meer fundamentele aard: “Met het evs wordt in feite geprobeerd op microniveau een macrobezuiginging te halen. Dat is misschien niet per se onmogelijk, maar in dit geval had je kunnen zien aankomen dat het niet zou lukken. Zeventig procent van de eerste recepten wordt niet door de huisarts maar door de specialist voorgeschreven, en de specialisten zijn meestal wat vaatbaarder voor innovatieve, niet-generieke middelen. En als een patiënt eenmaal een merk heeft, zal hij daar niet zo snel weer van willen afstappen.”

Sigaar uit eigen doos

Huisarts Sluijters denkt dat de LHV zich heeft laten verblinden door de voordelen die de praktijkondersteuner zou geven voor haar leden en niet kritisch genoeg gekeken heeft naar de precieze juridische invulling van de deal. “Ik denk dat ze niet doorgehad hebben dat de verzekeraars zich aan de resultaatverbinding zouden houden. De deal was slecht, het was een sigaar uit eigen doos.” Consultant Krijvenaar: “De LHV had zichzelf beter moeten presenteren. Duidelijk moeten maken dat de huisartsen belangrijk genoeg zijn om in te investeren zonder een tegenprestatie te verwachten.”

F. Gunneweg, huisarts te Ermelo en voorzitter van De Vrije Huisarts, denkt dat de koppeling evs-praktijkondersteuner misschien inderdaad geen gelukkige was, maar neemt dat de LHV niet kwalijk. “Je kon op je klompen aanvoelen dat het halen van de bezuiniging moeilijk zou worden, maar voor de LHV was dit de enige manier om de praktijkondersteuner gerealiseerd te krijgen. Zonder de 2200 praktijkondersteuners die er dankzij deze deal gekomen zijn, was de huisartsenzorg er nog slechter aan toe geweest.”

Hij denkt dat het voor de LHV slikken of stikken was en wil de beroepsorganisatie nu niet de zwarte piet toespelen. “Het probleem zit bij ZN”, zegt hij. “Zij blijven strijden tegen de LHV, terwijl de huisartsen alleen maar de zorg willen garanderen.” Toch spijt het hem wel dat de huisartsen destijds niet meer van zich hebben laten horen. Misschien hadden een paar goede acties bij kunnen dragen aan een betere deal.

“Huisartsen zijn jaren tevreden geweest met dingen die in andere beroepsgroepen al lang niet meer kunnen.”Maar harde actie voeren, dat is huisartsen niet eigen, zo zegt ook LHV-voorzitter Vos. “Huisartsen zijn hulpverleners, geen goede onderhandelaars”, zegt hij. “Daardoor zitten we nu met die idiote achterstand. Huisartsen zijn jaren tevreden geweest met dingen die in andere beroepsgroepen al lang niet meer kunnen. De hele zorg kost 48 miljard, wij vragen één miljard om de praktijkondersteuning goed te regelen, terwijl hoge ambtenaren van VWS drie à drieënhalf miljard claimen om de wachtlijsten aan te pakken. Dat is bijna twee keer zoveel als het totale budget voor de huisartsen!”

En nu? Opnieuw de onderhandeling in, zo is de gedeelde mening. Huisarts Sluijters: “En dan moeten er afspraken worden gemaakt over structurele financiering. Niet op projectbasis, want je neemt natuurlijk geen praktijkondersteuner aan als je die op termijn misschien uit eigen zak moet betalen terwijl je daar de middelen niet voor hebt.” Zijn collega Gunneweg: “En daarbij moet de LHV keihard de publiciteit zoeken. Wat hier gebeurt, is niet acceptabel!”

Snotneus

Volgens LHV-voorzitter Vos is nu VWS aan zet. En komen die niet over de brug, dan is hij wel in voor actie. “Als de huisartsenzorg inzakt, wat een reëel gevaar is als er geen geld komt voor de praktijkondersteuners, dan zal de druk op de tweede lijn alleen maar groter worden. En dat wil niemand, want dat maakt de wachtlijsten langer. Dat zou in één klap duidelijk worden als de huisartsen elke snotneus doorsturen naar de internist. En zo zijn er nog wel andere methodes om actie te voeren zonder dat de patiënt daarvan de dupe is.” Eerst maar eens de actiebereidheid onder zijn achterban pijlen. Dat gaat Vos doen, vanaf begin april op verschillende bijeenkomsten in het land.

Krijvenaar denkt dat de huisartsen sterk staan: “De huisarts wordt steeds schaarser, en voor schaarste moet betaald worden. Dat is nu eenmaal een economische wet. Die praktijkondersteuner moet er gewoon komen. Met minder hoeven de huisartsen geen genoegen te nemen.”

April 2003