10 01
2009

rookverbod – Philip Morris

Geplaatst door: krijvenaar in Lobby-praktijk

Bron: Gidi Heesakkers, juni 2008, spunk.nl

Philip Morris Holland, dochter  van ’s werelds grootste tabaksfabrikant: de grootste fabriek van Philip Morris International – buiten de Verenigde Staten – staat in Bergen Op Zoom.

Hoe staan jullie als tabaksproducent tegenover het rookverbod?

Michiel Krijvenaar, manager corporate affairs: ‘Wij waren en zijn nog steeds voor zelfregulering: laat het de horeca zelf oplossen. Inmiddels heeft de overheid anders besloten: de politiek is aan zet en wij respecteren dat, mits de wetgeving duidelijk is.

Wat wij goed vinden aan de nieuwe wetgeving is dat er mogelijkheid is voor horecaondernemers om zelf te besluiten tot de inrichting van een rookruimte. Dat is toch nog een stukje zelfregulering. Toch is dit rookverbod maar een klein stapje, terwijl in feite een veel grotere stap gemaakt kan worden.

Philip Morris Holland is vandaag de dag de enige partij die hardop roept dat de leeftijd waarop sigaretten gekocht mogen worden van zestien naar achttien verhoogd zou moeten worden. Overheid en politiek reageren met termen als ‘lastig’ en ‘moeilijk te handhaven’. Dat vinden wij ronduit vreemd.

Zelfs in Kazachstan, waarvan ik bij wijze van spreken altijd dacht dat er alleen een raketbasis was, hebben ze de leeftijdsgrens op 18 jaar. Waarom hebben wij dat in Nederland dan niet? Na 1 juli a.s. gaat de tabaksaccijns trouwens omhoog, dus sigaretten worden weer duurder, maar ondertussen blijft shag relatief veel gunstiger geprijsd; de kritische consument stapt gewoon over op goedkopere tabak, dus shag.’

Vrezen jullie dat het rookverbod op termijn invloed gaat hebben op jullie bedrijf?

‘Dat is moeilijk te zeggen. We hebben natuurlijk wat voorbeelden uit het buitenland waar het rookverbod al een tijd geleden is ingegaan. De Belgische STIVORO zegt dat er nu 7% minder rokers zijn. Maar of dat alleen aan het rookverbod ligt? Dat vinden wij twijfelachtig. De accijnsverhoging en de enge foto’s op pakjes dragen daar wellicht ook aan bij.’