21 06
2011

lobby democratisch goed

Geplaatst door: krijvenaar in Den Haag morgen, Lobby-praktijk

De Tweede Kamer overweegt de namen van 61 lobbyisten openbaar te maken. Deze lobbyisten, in het bezit van een door de Tweede Kamer verstrekte vaste pas, hebben permanent toegang tot het Kamergebouw. De meerderheid van belangenvertegenwoordigers en lobbyisten komt – gewoon zonder pas – regelmatig in het Kamergebouw voor lobby, gesprekken of het bijwonen van de (openbare) vergaderingen. 

Het Presidium van de Tweede Kamer onder voorzitterschap van gekozen kamervoorzitter Gerdi Verbeet (PvdA) gaat bezien of de toegang van de 61 lobbyisten met een pas op zijn plaats is en of hun namen via een register openbaar gemaakt gaan worden. Het Europees Parlement heeft een register, maar registratie is (nog) niet verplicht voor de in Brussel en Straatsburg werkzame lobbyisten.

Saillant – in kringen van Haagse lobbyisten verteld – is dat de procedure om een vaste pas te verkrijgen nog steeds niet-transparant zal zijn, ook niet op het moment dat de namen van vastepashouders bekend gemaakt zullen zijn. En dan, voor lobbyisten is het Kamergebouw hun kantoorruimte, dus waarom niet alle lobbyisten, na registratie, een pas verstrekken? Of mogen sommige lobbyisten meer dan andere en is daarom het gros aangewezen om in de rij met troepen schoolkinderen op kousenvoeten zonder broekriem hun kantoor, het Kamergebouw, te betreden?

Waar komt dit idee van Haagse registratie – vrij plotseling – vandaan? De beroepsvereniging voor Public Affairs heeft ook nog geen standpunt hierover ingenomen, gelet op hun eigen platform. De bron is de oproep vanuit de PvdA, tijdens het wetgevingsoverleg over de raming Tweede Kamer 2012, op 20 juni 2011.

(…) Heijnen (PvdA): Mijn volgende hoofdpunt betreft de lobbyisten. Ik begrijp niet waarom er nog steeds geen openbaar register van lobbyisten is. Ik vind het een democratisch goed als burgers kunnen beoordelen wie er allemaal proberen professioneel invloed uit te oefenen op de politiek. Het hoort bij transparantie, bij openheid en bij helderheid om te weten welke belangen een rol spelen bij de beoordeling van de besluitvorming in de Kamer. Bovendien is het een service. Door zo’n openbaar register weet men immers ook wie men kan benaderen voor bepaalde belangen.

(…) Verbeet (PvdA): Dan kom ik op het register voor lobbyisten. De heer Heijnen heeft gevraagd of het mogelijk is om een openbaar register te maken van de in de Tweede Kamer actieve lobbyisten.

Lobbyisten hebben de mogelijkheid om via de Stafdienst Voorlichting een vaste pas te krijgen. Het criterium daarvoor is dat betrokkenen 80% van hun werkzaamheden in de Kamer uitvoeren. Verder wordt in principe alleen per bedrijf of organisatie een pas uitgereikt, dus niet per persoon. Ik ben het met de heer Heijnen eens dat transparantie in dezen belangrijk is. De organisaties die zich door een lobbyist laten vertegenwoordigen, worden ook genoemd. Ik zal het verzoek van de heer Heijnen met een positieve intentie mijnerzijds in het Presidium aan de orde stellen.

(…) Het Presidium vindt het echter de verantwoordelijkheid van fracties en individuele leden zelf om mensen te ontvangen of niet te ontvangen. Het Presidium heeft er geen behoefte aan dat we alleen lobbyisten in het gebouw toelaten die een soort keurmerkje hebben.

Bron: (ongecorrigeerd) stenografisch verslag van wetgevingsoverleg van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken (maandag 20 juni 2011)

Tags: , , , ,